Over een ding waren de vier panelleden die naar aanleiding van de presentaties uit het ochtendprogramma met elkaar in discussie gingen het eens: als je niet verandert, kom je niet vooruit. En even leken zij het ook eens over de richting waarin die verandering gezocht moet worden. Maar dat, vond Robert Zijlstra, adviseur waterveiligheid en morfologie bij Rijkswaterstaat Noord-Nederland, was nu juist waar de discussie over moet gaan.
Dagvoorzitter Karin Peeters stuurde in de paneldiscussie in de eerste ronde vooral op een reflectie van de panelleden op de groene oplossingen die in de presentaties waren aangedragen. Zowel hydroloog Joca Jansen als Stefien Smeding, Hoofd Landschap en Cultuurhistorie van It Fryske Gea, zien dat landbouw en natuurorganisaties niet meer zo lijnrecht tegenover elkaar staan als in het verleden wel vaak het geval was.
Boeren doen ook aan ecologisch beheer, benadrukte Jansen. Volgens Smeding is het belangrijk om op zoek te gaan naar de gezamenlijke belangen, zodat je samen op kunt gaan. Denk aan zoetwater, dat zowel voor vismigratie als voor landbouw nodig is. Daarnaast zouden boeren zich volgens Smeding ook de vraag moeten stellen waar zij hun economische kracht zien. “Produceer je alleen aardappelen of ook biodiversiteit?”
Kleinschaligheid
Ook Meindert Schroor, die het landschap al veertig jaar vanuit verschillende combinaties van historische, sociologische en geografische invalshoeken bestudeert, ziet dat er dingen bewegen. Hij geniet ervan. “Er is zo veel enthousiasme!” Holwerd aan Zee is daar wat hem betreft een mooi voorbeeld van. Voor het eerst sinds eeuwen wordt er weer naar het noorden op de Waddenzee en voor het eerst sinds 150 jaar stemmen mensen niet met hun voeten, maar door zelf het heft in handen te nemen en te doen!
Schroor memoreerde een excursie van lang geleden, nog voor de afsluiting van de Lauwerszee om beeldend duidelijk te maken dat de tijd nooit stil staat. Er verandert altijd van alles. Hij is blij met de veranderingen die nu, na jaren waarin de fijnmazigheid steeds verder werd verwoest, worden voorgesteld. Het landschap met slootjes en greppels mag van hem terugkomen.
Peeters wilde van Jansen weten hoe zij in het licht van de gewenste veranderingen kijkt naar de sterke vertegenwoordiging van de landbouw in de waterschapsbesturen. De hydroloog ziet daar wel enige terughoudendheid, niet in de laatste plaats vanwege de betaalbaarheid van maatregelen. Maar niet veranderen is volgens haar ook geen optie, want dan komen we niet vooruit. Jansen pleit voor kleinschaligheid om te kunnen leren wat wel en niet werkt. Dan is het niet erg als je iets fout doet.
De kracht van verhalen
Of recreatie kan bijdragen aan die betaalbaarheid, legde Peters het panel voor, ook ingegeven door de presentatie over Holwerd aan Zee? Schroor denkt het zeker wel. En het voordeel van het waddenlandschap is dat het niet op het eerste gezicht duidelijk is. Om het te waarderen heb je uitleg nodig en dat levert ook werk op. Volgens hem zou het prachtig zijn als meer bewoners met trots het verhaal van het regio zouden gaan delen. Ook Smeding ziet hiervoor wel mogelijkheden, zeker wanneer er gericht wordt ingezet op de cultuurtoerist die respect heeft voor de omgeving. “Dan kan dat voorlopig nog wel worden ingepast.”
Zijlstra deelde Schroors mening dat verhalen belangrijk zijn om het gebied te duiden. Maar hij mist daarin wel eens het verhaal van de 1100 peilbesluiten en het technisch vernuft van het landschap. Hij zou dit verhaal ook graag willen doortrekken. “Als je verder vooruitkijkt, zeg honderd jaar, wat komt er dan op ons af, wat vraagt dat van ons, wat kunnen we technisch en willen we dat?”
Zeker in Nederland met zijn geschiedenis van waterbeheer, ligt het moment waarop er geen technische oplossingen meer zijn waarmee we ons tegen de gevolgen en risico’s van de klimaatverandering kunnen wapenen nog heel ver weg, stelde Zijlstra. Maar die technische oplossingen staan wel heel ver af van het landschap dat in de verschillende presentaties is geschetst. “In Japan bouwen ze muren tegen tsunami’s”, gaf hij als voorbeeld van waartoe de mens in staat is. “De vraag is wat voor landschap wil je over honderd jaar zijn en wat past daar wel en niet in?” Het volgens Zijlstra die vraag te verbinden van de mensen van nu. In welk landschap willen zij dat hun kinderen kunnen leven.
Urgentie
De klimaatverandering maakt die vraag volgens Schroor urgent. Dit is een tijd waarin wat je nu doet, bepalend is voor de toekomst. Ook in het verleden hebben de bewoners van het gebied voor dergelijke keuzes gestaan. Denk aan de grote waterproblemen als gevolg van de vervening. Hij hoopt dat de discussie ervoor zorgt dat ruimtelijke ordening weer een rol krijgt. De recente geschiedenis heeft laten zien wat het gevolg is als individualisme regeert.
Smeding wijst erop dat om de juiste keuzes te kunnen maken, kennis van het landschap daarin onontbeerlijk is. Dat we iets moeten doen, is volgens haar ook in de presentaties duidelijk naar voren gekomen. “Maar hoe kun je verantwoord alvast morrelen aan de grote lijnen?” Monitoring is daarin wat haar betreft een van de sleutelwoorden. Dan kun je ervan leren, zodat je de grote lijnen daarna met kennis van zaken kunt uitzetten.