Paneldiscussie landbouw – “Zonder regie komen we er niet uit”

10 september, 15:30

Om de opgaven voor de landbouw het hoofd te bieden, zijn spelregels nodig. Maar dan wel met het oog op de lange termijn en met ruimte om ze lokaal in te vullen. “Zonder regie kom je er niet uit”, klonk het tijdens een paneldiscussie.

Hoe benader je de opgaven in het gebied vanuit het perspectief van landbouw, was de centrale vraag bij de paneldiscussie. “Regels en plannen voor de komende paar jaar, daar hebben we niets aan”, zei Tineke de Vries, akkerbouwer en regiobestuurder LTO Noord. Plannen maken, veranderingen doorvoeren en verstandig investeren kan pas als je een punt op de horizon hebt die niet steeds wordt gewijzigd. “Dan komt er een nieuw kabinet, en wordt het weer anders.”

In die zin waren de vier panelleden het eens. Naast Tineke de Vries waren dat Jeroen Wiersma (landschapshistoricus aan de RUG), Titian Oterdoom (projectmanager Programma naar een Rijke Waddenzee) en Johannes Houtsma (financieel adviesbureau De Vinci Finance). Er zijn zoveel belangen, dat het eerst nodig is om spelregels vast te leggen. En dan behalve voor de lange termijn, ook integraal. Oterdoom: “Nu zijn allerlei beleidsterreinen opgeknipt.”

Melk voor een euro
Het is wel zaak om het vervolgens gebiedseigen in te vullen, vult Jeroen Wiersma aan. “Je weet hier wat er speelt. Groningse boeren waren in de negentiende eeuw de meest innovatieve boeren, maar voor innovatie moeten ze wel ruimte krijgen.” “Boeren produceren nog steeds voor de wereldmarkt, maar met heel veel regels, die er toen niet waren”, beaamt Oterdoom. “Neem als bestuurders ook je verantwoordelijkheid.” Johannes Houtsma: “Die regels en kaders zorgen er wel voor dat boeren duurder moeten produceren. Dan moeten mensen niet klagen over saaie landschappen met raaigras, en daarna melk voor een euro willen drinken.”

Op de juiste plek
Ook belangrijk, zegt Wiersma, is om naar onder meer microreliëf en cultuurhistorie te kijken. “Doe de dingen op de juiste plek en bescherm wat je nog hebt.” Dat geldt net zo goed voor de invloed van energiewinning en –transport op de omgeving. Wiersma hangt naar eigen zeggen het klassieke standpunt aan dat zonnepanelen beter op daken kunnen dan op landbouwgrond. “Het gaat vaak om oud grasland dat ik als landschapshistoricus waardevol vindt, maar dat boekhoudkundig niet het meest waardevol is. Dan komen daar de zonnepanelen op. Eigenlijk tijdelijk, maar je weet niet wat het doet op de lange termijn. Misschien is het later toch wel goed voor weidevogels, maar dan ben je bijvoorbeeld  inmiddels de greppels kwijt.”

Individuele boeren maken eigen keuzes, zegt De Vries. “Dat is economie.” De Vries betreurt ook dat er – overigens terecht – discussies ontstaan over grote windparken op zee en over het kwetsbare Waddengebied waar leidingen doorheen moeten, maar dat daarbij de gevolgen voor de betreffende landbouwgrond ondergesneeuwd raken. “Wij moeten het maar slikken. Iedereen moet iets van ons. De Eemshaven bijvoorbeeld. De natuur moet gecompenseerd worden, maar dat gebeurt op vruchtbare landbouwgrond.”

Chaos
Oterdoom vindt dat we in Nederland de discussie over energie niet goed voeren. We hebben het over windmolens, zonnepanelen, gaswinning, wel of geen afhankelijkheid van Poetin. Ondertussen gebeurt er maar van alles in het landschap. “We zouden eerst moeten kijken wat we in potentie zelf zouden kunnen produceren aan duurzame energie en wat niet, en hoe we dat dan verder gaan invullen. Maar er is nu geen planvorming. Als we hier over twintig jaar op terugkijken, zullen we denken: hoe hebben we zo’n chaos kunnen creëren.”