Gert Noordhoff is projectleider bij de provincie Groningen. Daarnaast runt hij met zijn vader een akkerbouwbedrijf op de Dollardklei. Hij is net overgestapt op een biologische bedrijfsvoering en experimenteert onder meer met strokenteelt. Noordhoff vindt het jammer dat er voor goede voorbeelden van duurzamer boeren, vaak naar andere regio’s in Nederland wordt gekeken. “Er gebeurt hier ook al ontzettend veel”, weet hij.
Tijd om daar verder op in te gaan, is er nu niet, want hij heeft twintig minuten om het veelzijdige project Dubbele Dijken toe te lichten. Dit project is onderdeel van de aanpak van de gebiedsaanpak Eems-Dollard 2050, waarbinnen het een bijdrage levert aan een aantal opgaven.
Het plan
Directe aanleiding was de dijkveiligheid. Wie een beetje kijk heeft op dit onderwerp, hoef je niet te vertellen dat een knik in de dijk altijd kwetsbaarheid betekent. Bij Bierum maakt de dijk een scherpe knik. Daarbij kwamen in dit geval ook nog een verzwakking door aardbevingsschade en een gewenste verhoging en versterking vanuit het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Deze combinatie van opgaven, maakten het stuk dijk aantrekkelijk voor een experiment met nieuwe dijken.
Besloten werd tot een dubbele dijk. Het tussen beide dijken in gelegen stuk land kreeg verschillende bestemmingen en functies. Ondernemers zouden hier aan de slag kunnen met zilttolerante teelt, zilte teelt en aquateelt. Voor het laatste wordt in de primaire dijk een duiker aangelegd waardoor zout water binnen kan lopen. Hiermee zou dan tegelijk ook slib uit de Eems-Dollard kunnen worden ingevangen. Het terugbrengen van de hoeveelheid slib is een van de opgaven uit het programma Eems-Dollard 2050. Het idee is dat het slib in het gebied tussen de twee dijken kan bezinken, zodat het vervolgens kan worden toegepast. Bijvoorbeeld voor het vruchtbaarder maken van armere gronden en als slibblokken.
De praktijk
Nadat Noordhoff zo in vogelvlucht het project had geschetst, ging hij in op de praktijk. Die was, bleek zoals gebruikelijk, iets weerbarstiger. Hoewel de animo bij ondernemers aanvankelijk groot bleek, kwam 2019, het jaar waarin de grond tussen de dijken aangeboden werd, voor veel van hen te vroeg. Daarop is besloten het gebied te gebruiken als onderzoeks- en experimenteerruimte. Nu doen onder andere de Rijksuniversiteit Groningen en Van Hall Larenstein er proeven met zilttolerante teelt.
Een van de problemen die hiervoor moesten worden opgelost, was de drainage, vertelt Noordhoff. De tweede dijk was aangelegd met de toplaag van het gebied tussen beide dijken, met name omdat contractueel was vastgelegd dat er geen gebiedsvreemde stoffen in het gebied ingebracht mochten worden. Als boer zou je dat nooit doen, aldus Noordhoff. “De toplaag is de grond waarin je jaren hebt geïnvesteerd. Maar in dit geval was die grond dus gebruikt.”
Experimenteren op arme grond
Een van de gevolgen hiervan was dat de drainage, die normaal op zo’n 80 centimeter diepte zit, nu vrijwel aan de oppervlakte lag. Het kostte moeite een bedrijf te vinden dat het 52 ha grote gebied van drainage wilde ontdoen. Daarmee heeft immers nog niemand ervaring. Maar er werd een bedrijf gevonden en de drainage werd verwijderd. Toen moest er nog iets worden gedaan aan de vruchtbaarheid van de grond. Die was door het verwijderen van de toplaag uitermate arm. Een groenbemester moest hier de eerste verbetering in brengen. Een bedrijf uit de regio dat internationaal opereert, had interesse. Het bood hem de mogelijkheid om te experimenteren op gronden die je hier normaal niet aantreft, maar die op wereldschaal veelvuldig voorkomen. In een soort strokenteelt, zijn verschillende groenbemesters toegepast. Het resultaat kan elk moment naar buiten worden gebracht, beloofde Noordhoff.
Bonenland
Omdat de duiker nog niet is aangelegd, is aquateelt nog niet mogelijk. De Rijksuniversiteit doet al wel proeven met zilttolerante en zilte teelt. Voor het eerste wordt geëxperimenteerd met aardappelen en vooral met bonen. Uit onderzoek is bekend dat de terpbewoners op de akkers rond hun terpen en wierden al tuin- en duivelsbonen verbouwden, die kwamen daarom ook in de proefvelden in het binnendijkse gebied. Daarnaast zijn ook sojabonen op zilttolerantie getest. De eerste conclusies is dat de soja het op puur Groningse bodem niet goed doet. Hij mist schimmels uit Latijns-Amerika. Ook om tot zilttolerante aardappelteelt te komen, is volgens Noordhoff nog een lange weg te gaan. De onderzoekers hebben nu nog vooral naar de wortels gekeken en niet naar de opbrengst. Dit onderzoek laat zien dat het ontwikkelen van pootgoed dat bestand is tegen verzilting complex is, vertelt Noordhoff.
Dit zal ook gelden voor de combinatie van garnalen en zeewier waarmee een ondernemer wil experimenteren na aanleg van de duiker. Noordhoff noemt het als voorbeeld van hoe experimenteren op dit soort bijzondere locaties nieuwe oplossingen mogelijk kan maken. Het doel is dat de zeewier straks behalve voor consumptie ook wordt ingezet als waterzuivering voor de garnalenteelt.
Zoek je plekjes
Wanneer er tussen twee dijken zoveel mogelijk blijkt, is het dan een idee om overal dubbele dijken aan te leggen? Noordhoff krijgt de vraag regelmatig, vertelt hij. Zijn antwoord: zoek je plekjes nauwkeurig. “Waar de dijk toch al kwetsbaar is, is dit het experiment waard. Maar ik zou er geen goede poldergrond voor vergraven.” Daarmee sloot Noordhoff af met een conclusie waarin toch ook zijn ‘boerenverstand’ weer even doorklonk.